Het gaat door!

Scripture – Handelingen 25:2-3 “En de overpriesters en de voornaamsten der Joden dienden klachten tegen Paulus bij hem in, en verwachtten van hem een gunst ten nadele van Paulus, verlangende, dat hij hem naar Jeruzalem zou laten komen, daar zij een aanslag smeedden om hem onderweg om te brengen
Observation – De Romeinse bevelhebber Felix heeft Paulus gevangen gezet en hem twee jaar in de cel laten zitten, zonder opgaaf van reden, zonder proces. Nu is hij vertrokken en er is een nieuwe bevelhebber – Festus – gearriveerd. 

De Joodse leiders zien opnieuw een kans en dienen weer hun klachten tegen Paulus in. Ze willen dat Festus hem naar Jeruzalem laat komen om te worden berecht. Die aanslag die ze twee jaar geleden al hadden beraamd zit nog steeds in hun hoofd.
Maar Festus is verstandig en houdt hem in Caesarea, en nodigt de bevoegde Joodse leiders uit om met hem mee te gaan. Dat doen ze, en ze “brachten vele zware beschuldigingen in” (:7). Paulus verdedigt zich opnieuw, zoals hij ook al bij Felix had gedaan en ontkent alle zware beschuldigingen. Uiteindelijk beroept hij zich op de keizer.
Paulus kende het Romeinse recht. Dit voorzag in een beroepingsrecht (appellatio) op de Keizer, omdat elke Romeinse burger het recht had op een rechtvaardig proces. Dit appel werd niet altijd ingewilligd, bijvoorbeeld als de zaak niet belangrijk genoeg was.
Festus had natuurlijk in feite al lang tot vrijspraak kunnen en moeten besluiten, maar net als Felix voor hem deed hij dit niet omdat hij “de Joden een gunst wilde bewijzen“.

Paulus zegt hiermee in feite dat hij vindt dat Festus zijn werk als rechter niet goed heeft gedaan. 

Application – De Joodse leiders geven niet op. Zelfs na twee jaar niet. Het lijkt alsof ze op een kans hebben gewacht. Zo zie je waar religieus gedrag toe kan leiden, boosheid, bitterheid, vasthoudend fanatisme.
En Festus is net zo bang als zijn voorganger Felix. Hij durft niet het besluit te nemen dat van hem mag worden verwacht als rechter wanneer er geen grond is voor beschuldigingen, namelijk: vrijspraak.
Dit alles werkt mee aan Gods plan, namelijk dat Paulus ook in Rome zou gaan getuigen. Want uiteindelijk beroept Paulus zich conform het Romeinse recht op de keizer. En Festus kan dan bijna niet anders, in verband met het belang van deze rechtszaak, dan te zeggen: “Op de keizer hebt gij u beroepen, naar de keizer zult gij gaan!” (:12).

Prayer – Vader dank U wel dat we keer op keer mogen zien dat Uw plannen doorgang vinden ondanks menselijke overwegingen. Dank U wel dat U Uw heilsplan klaar hebt liggen en dat U het uitvoert. Dank U wel dat U ons hierbij zo af en toe laat meewerken. Wat een eer Heer om samen met U te mogen werken!


Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.