Hoe zit dat met het laatste oordeel?

Een vraag die ik wel vaker tegenkom, en die wel breder leeft bij ‘evangelische christenen van traditionele oorsprong’, zoals ik ze maar even noem, luidt:
Hoe zit dat met je zonden en later voor Gods troon komen? Als zonden beleden zijn, zijn ze weggewassen door het bloed van Jezus, toch? In preken werd er vroeger op gehamerd dat ze wel weggewassen waren, maar toch allemaal terug zouden komen bij het laatste oordeel. Ondanks dat je ze beleden hebt. Je moet voldoen aan allemaal regeltjes, je moet dit, je moet dat. Terwijl je in Christus vrijheid hebt gekregen, vrijgemaakt bent. Wil je iets meer uitleggen over de zonden die weggewassen zijn en hoe dit terugkomt in het laatste oordeel?
Ik wil graag op deze vraag ingaan.
Onze zonden komen niet terug voor de troon van Christus!
Onderaan deze blog vind je uitgebreide citaten uit de Bijbel, die genummerd zijn en waarnaar ik verwijs. Verder heb ik gebruik gemaakt van wat literatuur over dit onderwerp, de literatuurlijst vind je onder het tabblad ‘Copyright’ van de blog.
De gedachtelijn hieronder is overgenomen uit het boek van Duffield (1996:586-590).
Het oordeel
Alle mensen zullen voor de rechterstoel van Christus verschijnen opdat zijn rechtvaardigheid openbaar zal worden(1, 2)
Gods heiligheid en Zijn gerechtigheid vragen erom dat de zonde wordt gestraft en dat het recht wordt hooggehouden(3).

We moeten stellen dat “alle mensen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 6:23). Dat betekent dat iedereen onder het oordeel van God valt, want niemand is van de zonde uitgezonderd. En omdat God een rechtvaardig God is, kan Hij de zonde niet ongestraft laten passeren. “want Zichzelf verloochenen kan Hij niet” (2 Timotheüs 2:13).

God is echter ook een God van liefde. Hij heeft alle zonden van alle mensen op Zijn Zoon, de Verlosser gelegd, opdat Hij de straf en het oordeel zou ondergaan aan het kruis. Onze Heiland droeg de schuld van de zondaars opdat wie in Hem gelooft, vrij mag zijn van veroordeling(4)!

Nu is er een misplaatste gedachte dat er één algehele dag van afrekening zal zijn voor rechtvaardigen en onrechtvaardigen tegelijk. Duffield verdeelt de diverse oordelen die we in de Bijbel tegenkomen in vijf categorieën: 1) het oordeel over de gelovigen, 2) het oordeel over de heidenvolken, 3) het oordeel over het volk Israël, 4) het oordeel over de ontslapen gelovigen en 5) het oordeel over satan en de gevallen engelen.
Voor deze blog beperk ik me tot categorie 1:
Het oordeel over de gelovigen.
Dit oordeel over de gelovigen valt in drieën uiteen:
A. Het voltrokken oordeel aan het kruis.
Het kruis is in feite het oordeel over alle zonden en alle zondaars, inclusief satan.(5) Aan het kruis bekent de gelovige schuld, belijdt hij zijn zonden en vereenzelvigt hij zich met Jezus, zijn Plaatsvervanger en Verlosser(6). Doordat zij aan het kruis zijn veroordeeld behoeven zij niet nog eens te worden geoordeeld met betrekking tot hun behoud(4, 7, 8, 9). Wel staat het nog een oordeel (beoordeling) te wachten met betrekking tot hun dienstbetoon. Dan zullen zij daarvoor hun ‘loon’ ontvangen (C).
B. Het voortdurende zelfonderzoek van de gelovigen.
Het tweede onderdeel van het oordeel over de gelovigen is het voortdurende zelfonderzoek van de gelovige, zoals Paulus schrijft(10). Dit is echt een onderdeel van het heiligende werk van de Geest in het leven van de gelovige(11, 12, 13, 14).
C. Het oordeel voor de rechterstoel van Christus.
En als de gelovige verschijnt voor de rechterstoel van Christus, is dat niet om daar te worden veroordeeld, maar om vast te stellen hoe zijn ‘werk’ is geweest en wat zijn ‘loon’ zal zijn. Dit laatste deel van het oordeel over de gelovige zal plaatsvinden bij de komst van Christus(15). Twee tekstgedeelten laten hier nog wat meer licht op schijnen(16, 17). Elke christen bouwt in zijn leven op het fundament van Jezus Christus. Zijn werken zullen worden getoetst voor Christus’ rechterstoel (Grieks: ‘béma’, vandaar dat dit ook wel het Béma-oordeel wordt genoemd). Afhankelijk van waarmee hij gebouwd heeft – edelmetalen of hooi, stro en hout – zullen zijn werken al dan niet standhouden in het vuur van Christus’ heerlijkheid. Daar hangt de beloning van af, als de werken standhouden in het vuur zal er beloning zijn, “goed gedaan, hij goede en getrouwe slaaf“. Als het verbrand is er geen beloning(18, 19, 20)
Maar de gelovige zal wel behouden blijven, want zijn behoud hangt niet af van werken, maar van geloof.
Wat bedoelen we met het loon?
Het loon van de gelovige wordt vaak aangeduid als een kroon of een erekrans, we vinden deze vier: 
De kroon van blijdschap(21), dit is de kroon voor mensen die anderen tot Christus hebben mogen leiden, de ‘zielewinners-kroon’;
De kroon der rechtvaardigheid(22), de beloning voor volharding in de strijd, de ‘overwinnaars-kroon’;
De kroon des levens(23), dit is de kroon die wordt gegeven voor trouw tot in de dood, de ‘martelaars-kroon’;
De kroon der heerlijkheid(24), dit is de kroon voor pastors en oudsten.
Teksten
(1) – Hebreeën 9:27 – “… zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel”

(2) – Psalm 89:15 – “gerechtigheid en recht zijn de grondslag van uw troon, goedertierenheid en trouw gaan voor uw aangezicht henen

(3) Genesis 18:25 zegt “Het zij verre van U, aldus te handelen, de rechtvaardige te doden met de goddeloze, zodat de rechtvaardige zou zijn gelijk de goddeloze; verre zij het van U; zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?

(4) Romeinen 8:1 – “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn“.

(5) Johannes 12:31-32 – “Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken

(6) 1 Johannes 1:9 – “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid

(7) Johannes 3:18; 5:24 – “Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God – Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.

(8) Romeinen 8:33 – “Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt;

(9) 1 Thessalonicenzen 5:9 – “want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus,

(10) 1 Korinthe 11:31 – “Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen. Maar onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden


(11) Romeinen 15:16 – “om een dienaar van Christus Jezus voor de heidenen te zijn in de heilige dienst van het evangelie Gods, opdat de offergave der heidenen (Gode) welgevallig zou wezen, geheiligd door de heilige Geest.


(12) 1 Thessalonicenzen 5:14-23 – “Wij vermanen u, broeders, wijst de ongeregelden terecht, beurt de kleinmoedigen op, komt op voor de zwakken, hebt geduld met allen. Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen. Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u. Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad. En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.

(13) 2 Thessalonicenzen 2:13 – “Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.

(14) 1 Johannes 1:7-2:2 “maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet. Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.

(15) 1 Korinthe 4:5 – “Daarom, velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken. En dan zal aan elk zijn lof geworden van God.

(16) 1 Korinthe 3:13-15 – ” ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.

(17) 2 Korinthe 5:10 – “Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

(18) 2 Johannes 1:8 – “Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt

(19) 1 Johannes 2:28 – “En nu, kinderkens, blijft in Hem, opdat wij, als Hij zal geopenbaard worden, vrijmoedigheid hebben en voor Hem niet beschaamd staan bij zijn komst.

(20) Openbaring 3:11 – “Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.

(21) 1 Thessalonicenzen 2:19-20 – “Want wie is onze hoop of blijdschap of erekrans voor onze Here Jezus bij zijn komst, wie anders dan gij? 20 Ja, gij zijt onze eer en blijdschap.

(22) 2 Timotheüs 4:7-8 – “Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
(23) Jakobus 1:12 – “Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.

(24) 1 Petrus 5:4 – “En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.