Keer terug HEERE, hoe lang nog?

Scripture – Psalm 90 – Heere, Ú bent ons een toevlucht geweest

van generatie op generatie.
Al vóór de bergen geboren waren
en U de aarde en de wereld voortgebracht had,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: Keer terug, mensenkinderen.
Want duizend jaren zijn in Uw ogen
als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is,
of als een wake in de nacht.

Wie kent de kracht van Uw toorn
en Uw verbolgenheid, wie weet hoezeer U te vrezen bent?
Leer ons zó onze dagen tellen,
dat wij een wijs hart verkrijgen.

Keer terug, HEERE, hoelang nog?
Laat het U berouwen over Uw dienaren.
Verzadig ons in de morgen met Uw goedertierenheid,
dan zullen wij juichen en verblijd zijn, tijdens al onze dagen.

De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons;
bevestig het werk van onze handen over ons,
ja, het werk van onze handen, bevestig dat.
” (:1-4, 11-14, 17 – HSV)

Observation – Deze Psalm – ook wel de oudejaarspsalm genoemd – wordt in het opschrift toegeschreven aan Mozes. De psalm is een gebed waarin de kortstondigheid van het mensenlijk leven tot uiting komt. Zeer geschikt om op een jaarovergang bij stil te staan dus.
De Psalm is opgebouwd in twee delen: een meditatief deel (:1-12) en een deel met smeekbeden (13-17). Er is een inleiding (:1b-2) en een afsluiting (:16-17). De verzen 11 en 12 vormen een overgang.
In de inleiding wordt Gods eeuwige trouw en goedheid bezongen, “ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God“. 
Dan volgt een beschrijving van de menselijke vergankelijkheid “U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: Keer terug, mensenkinderen“. En in vers 6 wordt de mens vergeleken met het gras in de ochtend “in de morgen bloeit het en komt het op, ’s avonds wordt het afgesneden en het verdort“, een voor de lezers bekend beeld. ’s Ochtends kwam in de woestijn het gras fris en groen op, maar als de zon kwam, en de hete wind, verdorde het snel weer en werd het afgesneden.
De oorzaak van deze kortstondigheid wordt duidelijk gemaakt in (:7-10), namelijk dat de mens zondig is en leeft onder Gods toorn en rechtvaardigheid. Hier wordt duidelijk dat het niet zozeer de kortstondigheid is die het probleem is, maar de zondigheid van de mens.
Dan komen we bij de overgangsverzen. 
In vers 11 staan twee retorische vragen: “Wie kent de kracht van Uw toorn en Uw verbolgenheid?” en “Wie weet hoezeer U te vrezen bent?“. Het antwoord op beide vragen is in de vragen ingesloten. Niemand weet dat. Hoewel we kunnen vaststellen dat we leven onder Gods toorn, kunnen we op geen enkele wijze overzien hoe groot deze is. Hoewel we kunnen weten dat God te vrezen is, hebben we geen manier om vast te stellen hoezeer.
Vandaar de bede in vers 12: “Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen“. We kunnen zelf niet overzien hoe groot God is, daarom mogen we Hem vragen om wijsheid. Hij zal ons die ook geven zover wij die aankunnen.
In de volgende verzen keert één smeekbede twee maal terug: “Keer terug, HEERE, hoelang nog?“. Een prachtige echo van Gods roep in vers 3: “Keer terug mensenkinderen“. Mozes beroept zich hier op Gods beloften van goedertierenheid (vriendschap), gebaseerd op het verbond.
Het thema van de vergankelijkheid is in de smeekbeden als het ware opgelost in Gods grootheid. In de laatste verzen (:16-17) vinden we het dan ook niet meer terug. De nadruk ligt nu in de onvergankelijkheid van Gods grootheid, op Zijn liefelijkheid die over ons wordt afgebeden en over zegen en bevestiging op het werk dat wij mogen doen.
Application – Wat een mooie Psalm! Zo kun je er weer een jaartje tegen…
We worden geleid in het onder ogen zien van onze situatie. Zondig. Onrein. Maar ook in Gods antwoord daarop! Zijn trouw, Zijn grootheid, Zijn goedertierenheid, Zijn liefelijkheid! De kern is een gebed om wijsheid en inzicht. Prachtig toch? Dat kunnen we wel gebruiken, elk jaar weer!
En in de tweede helft de bede “Keer terug, HEERE, hoelang nog?” wordt als het ware vooruit gewezen naar de laatste bijbelverzen in Openbaring 22:20-21: “Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Prayer – Vader dank U wel voor Uw Woord. Prachtige beloften die ons wijzen op de Wederkomst van Uw Zoon. Wat een prachtige woorden die het verschil tussen U en ons duidelijk maken, maar ook Uw verlangen naar ons, dat gespiegeld mag worden in ons verlangen naar U. Dank U Heer! 

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.