Scripture – Psalm 83:2-3, 14-15, 18-19 “O God, zwijg niet, houd U niet doof, wees niet stil, o God! Want zie, Uw vijanden tieren, wie U haten, steken hun hoofd omhoog. – Mijn God, maak hen als een werveldistel, als stoppels voor de wind. Zoals vuur een woud verbrandt, zoals de vlam de bergen verzengt, – Laten zij beschaamd en door schrik overmand zijn tot in eeuwigheid, laten zij rood van schaamte worden en omkomen. Dan zullen zij weten, dat U – Uw Naam is HEERE! – U alleen de Allerhoogste bent over de hele aarde.” (HSV)
Observation – In deze Psalm roept de psalmist namens het volk tot God omdat Hij Zich doof lijkt te houden en omdat Hij lijkt te zwijgen terwijl er veel vijanden rondom het volk zijn die zich roeren. Zij “tieren” en “steken hun hoofd omhoog“.
De psalmist roept God op om in actie te komen en hen te vernietigen, ze te maken “
als een werveldistel” (een plant die snel verdord en wegwaait). Ze mogen verbranden als ze verdord zijn!
Het uiteindelijk doel, ook van de schrijver van de Psalm, is dat zij beschaamd worden en zich bekeren en erkennen dat alleen de Heere – en Zijn Naam is HEERE! – de Allerhoogste is over de hele aarde.
Application – Wat kunnen wij hier van leren? Als zaken ons tegenzitten, als mensen zich tegen ons keren, mogen we best boos zijn en deze boosheid met God delen. We mogen zelfs tegen Hem onze gevoelens van onrecht en onmacht wel uiten en in onze emotie, die we ook van Hem hebben gekregen, onze tegenstanders slechte dingen toewensen. Hij heeft ons gemaakt en Hij snapt dat.
We mogen in alle gevallen gaan staan op Gods beloften. Hem er aan herinneren wat Hij in Zijn Woord heeft opgeschreven. Op den duur komen we dan bij Hem tot rust en kunnen we weer op Hem gericht zijn in plaats van op onze problemen.
En dan kunnen we ook bidden voor onze vijanden, dat ze tot inkeer zullen komen en erkennen dat God – en Zijn Naam is HEERE! – alleen de Allerhoogste is over de hele aarde.
Prayer – Vader dank U voor onze emoties waarmee we lucht kunnen geven aan ervaren onrecht. Dank voor Uw luisterend oor. Dank U dat U onze zielen tot rust kunt brengen als we komen en schuilen bij U. Dank U wel dat U niet altijd direct doet wat wij vragen, maar dat U ons helpt onze gedachten te keren en dat U ons helpt te bidden voor onze vijanden.
