Scripture – Psalm 82:1, 3, 5, 8 “God staat in de vergadering van God, Hij oordeelt te midden van de goden – Doe recht aan de geringe en de wees, – Zij weten niets en begrijpen niets, zij wandelen steeds in de duisternis rond; daarom wankelen alle fundamenten van de aarde. – Sta op, o God, oordeel de aarde, want Ú bezit alle volken.” (HSV)
Observation – Het lijkt een merkwaardige openingszin. “God staat in de vergadering van God“. Zijn autoriteit wordt afgezet tegen die van de “goden“. Hij, Adonai, is de Baas, de Rechter en heeft verder niemand nodig om recht te spreken.
Hij spreekt dan ook recht op Zijn tijd. Hij doet een beroep op de ‘goden’ om recht te doen aan geringe en wees. Zij hebben namelijk geen kennis van wat er om hen heen gebeurt, ze wandelen in het donker rond, en voor hen lijkt het of de fundamenten van de aarde wankelen, omdat zij de geestelijke wereld niet kunnen waarnemen.
Aan het einde doet de psalmist een beroep op God om op te staan en te oordelen, “want Ú bezit alle volken“!
Application – Prachtig, hoe de psalmist hier de almacht van God beschrijft in Zijn plaats temidden van de ‘goden’. Hij is het die regeert, Hij is het die Recht spreekt, daar heeft Hij niemand anders bij nodig.
Hij ontfermt Zich ook altijd over de zwakke. Hij is begaan met verdrukten. Met mensen die het moeilijk hebben, in die tijd armen en wezen. Mooi hoe hun positie op aarde wordt beschreven, zij wandelen in het donker rond…
En dan de oproep aan God om Recht te doen. Hiermee maakt de psalmist de Psalm rond door ook te erkennen dat God alle macht heeft, “want Ú bezit alle volken“!
Prayer – Vader dank U dat we mogen weten dat U Almachtig bent, dank U dat U zich desondanks toch ontfermt over de zwakken. Wat een contrast lijkt dat soms vanuit ons beperkte perspectief Heer. Tot we ons beseffen dat U, juist in Uw Almacht, niets te verliezen hebt, “want Ú bezit alle volken“!