
De tong is een wereld van ongerechtigheid. Zij is, veel meer dan enig ander lichaamsdeel, het instrument bij uitstek waar de invloed van Gods tegenstander zichtbaar wordt. Wie haar controleert, beheerst zijn hele lichaam, maar wie haar niet beheerst, ondergaat het negatief effect ervan.
Het is huiveringwekkend dat heel dit proces gedirigeerd wordt vanuit de hel. Het woord ‘hel’ roept bij de Jood de gedacht op aan de Hinnon vallei, een grote afvalberg van rommel en dode karkassen, die voortdurend in brand staat en waar niets bruikbaars meer is. Het vuur van de tong is het vuur van de hel. Zij verbrand alles wat in de buurt komt. Zij is onder de orkestratie van Satan en zijn demonen. Gladde woorden verbergen oorlog in het hart. Woorden werken als
oorlogswapens, als zwaarden en dolksteken (Ps. 55:21; 59:7; 64:3). Het is gemakkelijker een wild dier te temmen dan de tong te controleren. Zij is een onberekenbaar dodelijk gif met onberekenbare schade als gevolg. Allen de Geest van God kan haar temmen!
Bron: CPC, Jef De Vriese