De Geest, niet de letter!


Scripture – Romeinen 2:11, 23, 29 “Want er is geen aanzien des persoons bij God – Als U zich op de wet beroemt, onteert gij God door uw overtreden van de wet? – de ware besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter

Observation – Of je nou Jood bent of Griek (niet-Jood), God kijkt echt niet anders naar je. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat God uit zijn schepping te kennen is, en dat Grieken (niet-Joden, heidenen) dus niet kunnen zeggen: ‘maar ik wist het niet’.

In dit hoofdstuk schrijft Paulus aan de Joden, die zich beriepen op de wet en de besnijdenis. In een paar kernachtige stukjes maakt Paulus duidelijk dat die hen niet zullen helpen. Immers, ook de Joden wisten dat niemand de wet kon houden, want wie een van de geboden overtreedt, overtreedt daarmee de hele wet.


En besnijdenis, zo schrijft hij, heeft wel betekenis, maar alleen in samenhang met de rest van de wet. De betekenis ervan vervalt wanneer je de wet – ook al was het maar een gebod – overtreedt.

Aan het einde van het hoofdstuk komt hij tot de kern: “niet dàt is besnijdenis wat uiterlijk, aan het lichaam geschiedt, maar hij is een Jood, die het in het verborgene is en de ware besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter“.

Ik ben ervan overtuigd dat wat in de Bijbel, met name in het Nieuwe Testament, wordt geschreven over Joden, heden ten dage geldt voor alle mensen die zich religieus opstellen. We denken daarbij vaak aan traditionele kerken van de behoudender richtingen, maar het komt net zo goed voor in evangelische kringen.

Paulus schrijft hier tegen oppervlakkigheid en hypocrisie. Tegen oordelen, tegen hoogmoed en je beter achten dan de ander. Hij staat nederigheid en ootmoed voor, en een diep besef van je eigen onmacht om het goede te doen.

Zoals hij ook aan het einde schrijft: het gaat om je binnenkant, om je intentie, je gerichtheid! “De Here ziet niet aan wat voor ogen is, de Here ziet het hart aan

Application – Zijn we in ons hart besneden? Heeft God zijn wet in ons hart geschreven? (Ezechiël 36:26-27)  Is onze intentie echt om God te dienen? Hoe vaak oordelen wij nog? 

Het is zo gemakkelijk! Het bevredigt ons vlees om te oordelen, het voelt wel lekker om jezelf boven een ander te verheffen. Net als die Farizeeër die dankte “dank u dat ik niet ben zoals die tollenaar“. Waar we ons ook vanuit onszelf op beroepen om ons te rechtvaardigen, het houdt geen stand. 

Een nederig, ootmoedig en besneden hart dat gericht is op Jezus, de leidsman en voleinder van ons geloof, een hart dat de ander uitnemender acht dan onszelf, dàt is wat tot ons behoud strekt!

Prayer – Vader dank U wel dat Uw Woord ons leert dat we onze redding zelf niet kunnen bewerken, wat een rust geeft ons dat. Dank U Here Jezus voor het offer dat U hebt gebracht en voor Uw opstanding waardoor U ons de gelegenheid geeft om mèt U op te staan in een nieuw leven. En dank U, Heilige Geest die Uw wet in onze harten schrijft en ons helpt te leven zoals U dat wilt, als wij maar luisteren naar Uw zachte stem.


Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.