Open brief aan muziekteams

Een ver­taling van “An Open Letter to Praise Bands” 14 Maart door Dr. James Smi­th. 

De inhoud is ons uit het hart geg­repen:

Beste men­sen in muz­iektea­ms,
Ik heb zo’n waa­rdering voor jul­lie ber­eidheid en ver­langen om jul­lie gaven te geven aan God in de aan­bidding. Ik waa­rdeer jul­lie toe­wijding en juich jul­lie trouw toe – zon­dag aan zon­dag sleep je jez­elf vro­eger dan and­eren naar de gem­eente, jul­lie maken ook door de week tijd om te oef­enen, en soms zelfs om lie­deren te sch­rijven, etc. In veel opz­ichten lij­ken jul­lie op de tal­entvolle art­iesten die door God wer­den geb­ruikt om de tab­ernakel te ont­werpen en te bou­wen in Exo­dus 36 en net als zij wil­len ook jul­lie je tal­enten inz­etten in die­nst van onze Dri­eënige God.



Dus ont­vang als­tjebli­eft deze boo­dschap in de geest waa­rin hij is bed­oeld: als een bem­oediging om na te den­ken over de pra­ktijk van het “le­iden van de aan­biddin­g”. Het lijkt er op dat we vaak wor­den bet­rokken bij act­ivitei­ten zon­der te wor­den ges­timule­erd om na te den­ken over de “ra­ison d’e­tre”, de reden waa­rom we din­gen doen. Met and­ere woo­rden: je wordt vaak via een aud­itie op je tec­hnische kun­nen aan­genomen en kri­jgt daa­rna niet veel sti­mulansen om na te den­ken over het wezen van “aa­nbiddi­ng” en wat het bet­ekent om deze te “le­iden”.

In het bij­zonder maak ik me zor­gen dat wij, de gem­eente, jul­lie onb­edoeld heb­ben aan­gemoed­igd om een­voudig­weg muz­ikale pra­ktijken van­uit de wer­eld naar de chr­isteli­jke aan­bidding te imp­orteren die, hoe­wel ze in de wer­eld waar ze uit voo­rtkomen een fun­ctie heb­ben, sch­adelijk zijn voor chr­isteli­jke aan­bidding. Pre­ciezer gef­ormule­erd is het mijn zorg dat we jul­lie onb­edoeld heb­ben aan­gemoed­igd om bep­aalde vor­men over te nemen die in feite “se­culiere lit­urgieën” zijn en geen neu­trale “me­thoden”. Zon­der dat wij dat in de gaten had­den, wor­den we door deze met­hoden get­raind om ons op een bep­aalde man­ier tot de muz­iek (en de muz­ikanten) te ver­houden: nam­elijk als iets voor ons ver­maak, en als hoo­fdzake­lijk pas­sieve toe­hoorde­rs. De fun­ctie en het doel van muz­iek in deze “se­culiere lit­urgieën” is rad­icaal ver­schill­end van de fun­ctie en het doel van chr­isteli­jke aan­bidding.

Laat me een paar axi­oma’s aan­dragen in de hoop op nie­uwe ref­lectie op de pra­ktijk van het “le­iden van aan­biddin­g”.


1. Als we in de gem­eente ons­zelf niet kun­nen horen zin­gen, is er geen aan­bidding. Chr­isteli­jke aan­bidding is geen con­cert. Bij een con­cert ver­wachten we “ov­erweld­igd” te wor­den door het gel­uid en de erv­aring, spe­ciaal bij bep­aalde muz­iekvor­men. Bij een con­cert zijn we een gaan ver­wachten dat onze zin­tuigen wor­den afg­esloten door een “ov­erload” aan ind­rukken, het dre­unen van de bas in onze bor­stkas en de gol­ven van muz­iek over de men­igte bre­ngen een “ru­sh” bij ons tew­eeg. Er is niks mis met con­certen! Laten we dat all­een niet ver­warren met chr­isteli­jke aan­bidding! Chr­isteli­jke aan­bidding is een gem­eensch­appeli­jke pra­ktijk waa­rbij de ver­kregen har­monie die het gev­olg is van een gem­eente die als een­heid zingt bij­draagt aan de aan­bidding. Het is een man­ier om te erv­aren dat we in Chr­istus één lic­haam zijn. Dat maakt het noo­dzakel­ijk dat we ons­zelf en onze bro­eders en zus­ters kun­nen horen zin­gen. Op het mom­ent dat het ver­sterkte gel­uid van het muz­iekteam het gez­ang van de gem­eente ove­rstemt kun­nen we ons­zelf niet horen zin­gen en raken we het gem­eensch­appeli­jke asp­ect van de aan­bidding kwi­jt. Hie­rdoor wor­den we tot pas­sieve privé aan­bidders die toe­vallig in dez­elfde rui­mte het­zelfde doen.

2. Als we in de gem­eente niet kun­nen mee­zingen, is er geen spr­ake van aan­bidding. In and­ere vor­men van muz­ikalit­eit is er spr­ake van imp­rovisa­tie, cre­atief zijn, nie­uwe vir­tuose vaa­rdighe­den tonen door gew­eldige nie­uwe loo­pjes te laten horen en nie­uwe har­monieën op bes­taande mel­odieën, etc. En nog­maals, dat kun­nen pra­chtige en bew­ondere­nswaar­dige asp­ecten zijn van een con­cert, maar bij chr­isteli­jke aan­bidding bet­ekent het sim­pelweg dat wij, de gem­eente, niet kun­nen mee­zingen. Op die man­ier werkt al deze vir­tuosit­eit mee aan het toe­nemen van onze pas­sivite­it; jul­lie cre­ativit­eit ver­oorzaakt onze sti­lte. Mis­schien werkt deze cre­ativit­eit mee aan jul­lie eigen aan­bidding, maar deze zel­fde cre­ativit­eit sno­ert het gez­ang van de gem­eente de mond.

3. Als het muz­iekteam cen­traal sta­at, is er geen aan­bidding. Ik weet het, het is niet jul­lie fout dat we een cen­traal pod­ium heb­ben bed­acht en jul­lie daa­rop heb­ben gez­et, mid­den voor in de zaal. En ik weet dat jul­lie je best doen om ons voor te gaan in vor­men van aan­bidding. Maar omdat we jul­lie onb­edoeld heb­ben aan­gemoed­igd om vor­men te imp­orteren uit het dom­ein van con­certen naar het dom­ein van chr­isteli­jke aan­bidding, heb­ben we jul­lie onb­edoeld ook de ind­ruk geg­even dat jul­lie in het cen­trum van onze aan­dacht sta­an. En op het mom­ent dat jul­lie opt­reden een sho­w-case van vir­tuosit­eit wordt – zelfs met de beste bed­oelingen – is het ont­zettend las­tig om te ont­snappen aan de ver­leiding om te den­ken dat het muz­iekteam cen­traal sta­at. Als het muz­iekteam lange sol­o’s ten beste geeft die ong­etwijf­eld wor­den bed­oeld als off­ers aan de Heer, wor­den wij als gem­eente toch tot pas­sief lui­steren ver­oordee­ld. En omdat we gew­end zijn ger­aakt aan muz­iek uit het con­certdo­mein van Gra­mmy’s etc. pla­atsen wij jul­lie op die mom­enten dan toch cen­traal in onze ged­achten. Mis­schien moe­ten we gew­oon eens nad­enken over een and­ere pla­atsing van het muz­iekteam, weg uit het mid­den.

Lees deze pun­ten als­jeblieft zor­gvuldig en erken ook wat niet wordt gez­egd. Het is geen ple­idooi voor tra­dition­ele gem­eentez­ang en ook geen kri­tiek op eig­entijdse aan­bidding. Maak niet de ver­gissing om dit te ver­warren met een pleit voor de her­invoer­ing van org­els of kri­tiek op git­aren, key­boards en dru­mstell­en. Mijn zor­gen gaan niet over stijl maar over de vorm. Wat pro­beren we te doen als we “aa­nbidding lei­den”? Als we ser­ieus bezig zijn met aan­bidding als col­lectieve act­iviteit van een gem­eente die ons in dia­loog bre­ngt met de lev­ende God, en we ons bes­effen dat aan­bidding niet all­een exp­ressief maar ook vor­mend is, dan kun­nen we daar alle bes­taande ins­trumen­ten voor geb­ruiken.

Er kan veel meer over dit ond­erwerp wor­den gez­egd. Maar laat me hier sto­ppen, en ont­vang het als­jeblieft als de bem­oediging die ik heb bed­oeld te gev­en. Ik zou het gew­eldig vin­den als jul­lie doo­rgaan met het off­eren van jul­lie art­istieke gaven in aan­bidding aan onze Dri­eënige God, die ons een nieuw lied wil ler­en!

Met de mee­ste hoo­gachti­ng,
Jamie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.