Ontsporingen voorkomen

Hoe voorkomen we ontsporingen op geestelijk gebied?


Een­voud
Dat is het ant­woord. Kijk naar het begin van de pin­ksterb­eweging. Daar gaat het om een­voudig nav­olgen naar het voo­rbeeld van de eer­ste chr­isteng­emeenten in het boek Han­deling­en.

Ond­erwijs
Door ond­erwijs in een bij­belget­rouwe gem­eente kom je tot het besef dat je uit jez­elf, uit eigen kra­cht, geen leven kunt lei­den dat voor Gods aan­gezicht kan bes­taan.


Lees hieronder meer.



Bek­ering
Dan volgt na bek­ering van je zon­den tot­ale ove­rgave aan Hem en kun je Hem als je Red­der en Ver­losser aan­nemen. De doop in de Hei­lige Geest volgt dan, en zo God het wil ook het spr­eken in ton­gen – dat laa­tste mis­schien niet alt­ijd dir­ect. Je gaat Jezus vol­gen en wilt ste­eds meer op Hem gaan lij­ken.


Doop
In geh­oorzaa­mheid aan Hem wil je dan ook op een geg­even mom­ent wor­den ged­oopt. De doop is een gebed van een goed gew­eten tot God. 1 Pet­rus 3:21 “Als teg­enbeeld daa­rvan redt u thans de doop, die niet is een afl­eggen van lic­hameli­jke onr­einheid, maar een bede van een goed gew­eten tot God“. Pet­rus ver­gelijkt de doop hier met de red­ding van Noach en zijn fam­ilie door het water heen.


Hei­liging
Na je bek­ering mag je aan je chr­istenl­even van hei­liging beg­innen, dat je hele leven ver­der gaat. Over hob­bels en door dal­en. Met af en toe een pra­chtige piek waar je door God’s Geest geï­nspire­erd raa­kt, bij­voorbe­eld tij­dens het zin­gen of het bes­tuderen van zijn Woo­rd.


Ond­erhouden
Het ond­erwijs moet doo­rgaan. All­een zo kun je toe­passen wat Jezus ons heeft opg­edragen in Mat­theus 28: “ond­erhouden al wat Ik u bev­olen heb“. Hier ligt ook de sle­utel tegen dwa­alleren en valse ler­aars. All­een door ken­nis van Gods Woord kun je dwa­lingen her­kennen. Alles wat je teg­enkomt in je leven mag je, ja moet je zel­fs, toe­tsen aan zijn Woo­rd. Het Woord dat “wijs kan maken tot zal­igheid door het gel­oof in Chr­istus Jezus” (2 Tim 3:1­5).


Toe­tsen
Wan­neer we Zijn Woord niet ken­nen val­len we maar al te gem­akkelijk ten prooi aan valse ler­aren. God waa­rschuwt ons hie­rvoor in 2 Tim­oteus 4: “2 ver­kondig het woo­rd, dring erop aan, gel­egen of ong­elegen, wed­erleg, bes­traf en bem­oedig met alle lan­kmoedi­gheid en ond­errich­ting. 3 Want er komt een tijd, dat (de men­sen) de gez­onde leer niet (me­er) zul­len ver­dragen, maar omdat hun geh­oor ver­wend is, naar hun eigen beg­eerte zich (tal van) ler­aars zul­len bij­eenhal­en, 4 dat zij hun oor van de waa­rheid zul­len afk­eren en zich naar de ver­dichts­els keren.“.


Ook in Hosea 4:6 vin­den we een waa­rschuw­ing op dit geb­ied: “Mijn volk gaat te gro­nde door het geb­rek aan ken­nis. Omdat gij de ken­nis ver­worpen hebt, ver­werp Ik u, dat gij geen pri­ester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God ver­geten hebt, zal ook Ik uw zonen ver­geten.


Str­ijden
Teg­elijk moe­ten we de gee­stelijke str­ijd str­ijden, zie Efeze 6:1­0-20, met name vers 12: “want wij heb­ben niet te wor­stelen tegen bloed en vle­es, maar tegen de ove­rheden, tegen de mac­hten, tegen de wer­eldbeh­eersers dezer dui­sternis, tegen de boze gee­sten in de hem­else gew­esten“.




Dwa­lingen
Wat we nu maar al te vaak zien is dat men­sen de zaken omd­raaien, zij vol­gen de tek­enen en won­deren en gaan er naar op zoek. En dat ter­wijl God bel­ooft dat de won­deren en tek­enen ons gel­ovigen zul­len vol­gen!


Kijk maar: als we de een­voudige bij­belse waa­rheden vol­gen dan zul­len de won­deren en tek­enen, als Hij dat wil, ons vol­gen, Mar­cus 16:17 en 18 “Als tek­enen zul­len deze din­gen de gel­ovigen volgen: in mijn naam zul­len zij boze gee­sten uit­drijven, in nie­uwe ton­gen zul­len zij spr­eken, sla­ngen zul­len zij opn­emen, en zelfs ind­ien zij iets dod­elijks dri­nken, zal het hun geen sch­ade doen; op zie­ken zul­len zij de han­den leg­gen en zij zul­len gen­ezen wor­den.“.


Gods aan­gezicht
Wat we moe­ten doen is Gods hei­lige aan­gezicht zoe­ken, niet Zijn hand in all­erlei tek­enen, won­deren en man­ifesta­ties, etc. Imm­ers Jak­obus 4: zegt “Nad­ert tot God, en Hij zal tot u nad­eren“.




Nuc­hter, waa­kzaam
Dat zijn de sle­utelwo­orden. Pet­rus roept ons op in zijn eer­ste brief 5:8 “Wordt nuc­hter en waa­kzaam. Uw teg­enpart­ij, de dui­vel, gaat rond als een bru­llende lee­uw, zoe­kende wie hij zal verslinden”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.