Scripture – Psalm 69 “2 Verlos mij, o God, want het water is gekomen tot aan de lippen; 10 want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd, en de smaadwoorden van wie U smaden, kwamen op mij neder. 14 Maar mijn gebed is tot U, HERE, ten tijde des welbehagens; o God, antwoord mij naar uw grote goedertierenheid met uw trouwe hulp. 17 Antwoord mij, o HERE, want rijk is uw goedertierenheid, wend U tot mij naar uw grote barmhartigheid, 19 Nader tot mijn ziel, bevrijd haar, verlos mij om mijner vijanden wil. 31 Ik zal de naam van God prijzen met een lied, Hem verheerlijken met een lofzang;“
Observation – Midden in zijn nood roept David tot de Here. Het water staat hem aan de lippen en hij roept het uit tot God, zo zelfs dat hij er moe en hees van wordt en dat zijn ogen moe zijn geworden van het uitzien naar Gods redding (:4). Wat een vertrouwen!
Hij geeft aan dat “de ijver voor Uw huis heeft mij verteerd” en dat de woorden van degenen die kwaad van God spraken op hem neerkwamen (een beeld, een voorafschaduwing van de Here Jezus aan het kruis). Net als overigens vers 22 “zij gaven mij in mijn dorst azijn te drinken“.
Toch is in deze nood zijn vertrouwen op de Here, hij vertrouwd op Gods goedertierenheid (vriendschap), op Gods barmhartigheid en Gods trouw. Als hij bidt om uitredding doet hij dat niet (alleen) om zichzelf, maar ook om “zijner vijanden wil“.
En of het nu tijdens of na zijn beproeving was, dat kunnen we uit de tekst niet direct afleiden, David prijst God met een lied en verheerlijkt Hem met een lofzang!
Application – Hoe gaat dat met jou, met mij? Ik vergeet dat nog wel eens als ik midden in de sores zit. Dan richt ik mij op mijn problemen en niet op God. Ik merk dan dat ik in de put blijf zitten, totdat ik (bijvoorbeeld) mijn gitaar pak en een loflied ga zingen. Dan richt ik mij weer op de Here, en gaat het langzaam beter. Hij tilt me er dan bovenuit!
Prayer – Vader dank U dat er bij U altijd uitredding is, dank U Here Jezus dat we mogen weten dat Uw offer voor eens en altijd genoeg is, dat lofprijs in de plaats is gekomen van de offers van de wet. Dank U dat U met Uw Heilige Geest ons ook in onze nood wilt bijstaan.
