Oordeel en voorbeeld

Scripture – 1 Korinthe 10:1, 4-5, 12, 25, 28-29 “ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen – zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. En toch heeft God in het merendeel van hen geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn – Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle – Al wat in de vleeshal te koop is, moogt gij eten, zonder navraag te doen uit gewetensbezwaar – Doch indien iemand tot u zegt: Dat is gewijd vlees, eet het dan niet, om hem, die u dat te kennen gaf, èn om het geweten. Ik bedoel nu niet uw eigen geweten, maar dat van die ander


Observation – Paulus schrijft uitvoerig over wat Israël in de woestijn allemaal is overkomen, als voorbeeld voor ons. We kunnen er uit leren hoe wij het leven niet moeten aanpakken. Deze verhalen kunnen en moeten ons helpen om niet hoogmoedig te worden nu wij in de vrijheid zijn gezet. “Daarom, wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle” (:12).


Dan volgt een stukje waarin hij ons waarschuwt tegen afgoderij en het eten van offervlees dat aan de afgodendienst was gewijd. Net zo als het offervlees uit de tempel aan de Here God was gewijd, is het offervlees uit afgodentempels gewijd aan de afgoden. De priesters in Gods tempel hadden “gemeenschap met het altaar” en met de Here als zij het offervlees aten.

Zo hebben mensen die vlees eten dat aan afgoden is gewijd, gemeenschap met die afgoden. En dat is wat Paulus hier ten strengste afwijst (:20). Als je je met afgoden inlaat kun je niet ook aan het avondmaal deelnemen.

Vervolgens schrijft hij over de vrijheid in Christus. Alles wat je bij de slager kunt kopen mag je eten, zonder te vragen waar het vandaan komt, want alles is van de Here. En als een ongelovige je uitnodigt mag je alles eten wat je wordt voorgezet, zonder navraag te doen naar waar het vandaan komt. (:25-26). Maar als hij je vertelt: “Dit is gewijd vlees“, dan mag je het niet eten (:28).

Hier zitten twee belangrijke principes in. Je hoeft een ander niet te veroordelen door de nadruk te leggen op je eigen religieuze regeltjes, je mag gewoon eten wat je wordt voorgezet. En ten tweede, als je merkt dat er iets gebeurt dat niet in de haak is (hij vertelt je dat het aan afgoden gewijd vlees is) dan mag je hem voorleven dat je de Here wilt volgen en het beleefd weigeren.

Ook in al deze gevallen ligt de hoogmoed op de loer. Je moet er voor zorgen dat je niet op de regeltjes, maar op de Here en op de ander bent gericht. God boven alles en je naaste als jezelf.
Application – Herkenbaar? Voor mij wel. Mijn kennis brengt met wel eens op de rand van hoogmoed, en soms daar ook wel overheen. Een veroordeling (al was het maar in mijn hoofd) zit er dan al snel in.
Wat Paulus ons hier voorhoudt is dat we het belang van de ander op het oog moeten hebben en niet ons eigen gelijk. En dan met name de ander die nog buiten staat, of nog aan het begin van zijn geloofsleven.
Paulus roept ons hier op om het christen-zijn te delen, voor te leven voor mensen om ons heen. Niet veroordelen, maar ook niet meegaan in verkeerde dingen!
God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt” (:13).

Prayer – Vader dank U wel dat U ons telkens weer wijst op de goede weg. Help ons alstublieft om goed te luisteren naar wat Uw zachte stem tot ons zegt. Wil met Uw Heilige Geest ons helpen om ons ego wat onder de duim te houden Heer, en ons hele wezen telkens meer onder de leiding en besturing van Uw Geest te brengen. Help ons Heer om door ons onvolkomen handelen heen toch steeds meer op Uw Zoon te gaan lijken die onze Redder en Verlosser is!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.