Scripture – 1 Timotheüs 3:1 “Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk” (HSV)
Observation – Ons vers van vandaag laat zien dat het mooi is om te verlangen naar het ambt van oudste en dat dit ambt “een voortreffelijk werk” is.
In dit hoofdstuk worden voorschriften gegeven betreffende mensen die worden aangesteld als leiding van de gemeente. Er worden twee groepen benoemd: “opzieners” (Gri. presbyteros, ofwel: oudsten) en “diakenen” (Gri. diakonos).
Voor de oudsten gelden (in de verzen 2 tot 7) een aantal waardevolle voorschriften: “Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, … Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen?” (:2-5).
Hieruit zijn behalve karaktereigenschappen die nodig zijn voor de geestelijke leiding ook een aantal praktisch zaken af te leiden:
- Een oudste moet een man zijn.
- Trouw aan één vrouw.
- Goed bestuurder van zijn eigen huis.
- Zijn kinderen moeten respect voor hem hebben.
- Hij moet, ook buiten de gemeente, goed bekend staan.
- Hij moet al een tijdje meelopen in het geloof.
Ook voor diakenen worden voorschriften van karakter gegeven, maar dan meer gericht op hun praktisch dienende taak (:8-13). En ook hier vinden we praktische voorschriften:
- Zij moeten op dezelfde manier eerbaar zijn, (:8)
- Een diaken moet een man zijn. (:12)
- Trouw aan één vrouw. (:12)
- Goed bestuurder van zijn eigen huis. (:12)
- Zijn kinderen moeten respect voor hem hebben. (:12)
Een speciaal woord wordt gewijd aan de vrouwen van diakenen. Zij moeten ook op dezelfde manier eerbaar zijn, geen kwaadspreeksters, beheerst, trouw in alles. Waarschijnlijk worden de vrouwen van diakenen specifiek genoemd omdat doorgaans diakenen en hun vrouwen een stuk jonger waren dan mannen die als oudsten werden aangesteld.
Het woord “diakonos” (letterlijk: dienaar) wordt in het Nieuwe Testament voor veel betekenissen gebruikt. Paulus noemt zichzelf en zijn medewerkers “diakonos van de gemeente en van Jezus Christus” (Col.1:7,25). Zo wordt op veel plaatsen dit woord gebruikt voor iemand die een taak in de gemeente verricht, van het dekken en bedienen van de tafels tot het bedienen van het Woord.
In dit stuk gaat het echter over voorschriften voor het aanstellen van mensen als leidinggevende dienaren in geestelijke en praktische ambten in de gemeente.
Application – Er is veel te doen (geweest) over deze teksten. In de meeste evangelische gemeenten is wel overeenstemming over het ambt van oudste. Dat is aan mannen voorbehouden. Over diakenen (leidinggevenden over het praktische werk van de gemeente, zie ook Handelingen 6) is wat minder overeenstemming.
In Romeinen 16:1 wordt bijvoorbeeld Febe aanbevolen, een dienares (diakonos) van de gemeente. Vaak worden teksten als Romeinen 16:1 aangehaald om ‘aan te tonen’ dat er ook vrouwelijke diakenen waren. Gezien het brede gebruik van het woord diakonos in het NT volg ik deze conclusie niet.
Men verzint dan constructies als: ‘maar de diakones staat onder het gezag van de raad van oudsten, dus dan is het toch goed?’. Dat kan best zijn, maar dit laat onverlet dat een diakones uit hoofde van haar functie ‘gezag zal hebben’ over mannen (zie
de blog van gisteren).
In onze maatschappij, waar de ‘verworvenheden’ van de emancipatie (-theologie) op allerlei vlakken hun invloed hebben doen gelden, is de Bijbel soms een weerbarstig en lastig boek.
Wat laten we de voorkeur hebben, Gods Woord of onze behoefte om het onszelf en mensen om ons heen naar de zin te maken? Het Evangelie doet soms even van “au”. Het schaaft en scherpt ons, tot heiliging, tot groeien naar het beeld van de Here Jezus Christus.
“Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.” (Hebreeën 4:12).
Het is zoals Jezus ook zelf zegt: “Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.” (Mattheüs 10:34).
Prayer – Vader dank U voor Uw Woord. Dank U voor Uw onvergelijkbare Wijsheid, Uw Alomvattende Liefde voor ons. Dank U voor Uw Geest Die ons wil helpen om Uw Woord tot in de diepten van Uw wil te doorgronden voor zover wij dat nodig hebben voor ons leven hier op aarde. Dank U dat U ons wilt helpen om ons te heiligen als Uw bruid, de gemeente. Wil ons helpen Here Jezus om steeds meer en meer op U te gaan lijken!