Scripture – Openbaring 1 – “Ik, Johannes, … was op het eiland genaamd Patmos, … Ik was in de geest op de dag des Heeren – en Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam, en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand … En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf. Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.” (1:9-10a, 14-19 HSV)
Observation – In alle eeuwen hebben mensen woorden gebruikt om aan te geven dat ze van Godswege in een staat van opwinding of verwondering waren. De oudtestamentische profeten, de vroege kerk, de “zwarte-kousen” kerk en de pinksterbeweging gebruikten allemaal hun eigen woorden voor zo’n beleving. Johannes spreekt er hier over in zijn woorden: “Ik was in de geest“. Waar deze dingen in de Bijbel vanuit dit perspectief worden opgeschreven spreken we van een apocalyptische stijl, een apocalyptische wijze van spreken. Er worden zaken op bovennatuurlijke wijze onthuld, ontsluierd.
De bazuin, waar in vers 10 over wordt gesproken, is de sjofar. Deze heeft geklonken bij de schepping en zal ook klinken bij het aanbreken van het Koninkrijk van God. Hiermee wordt aangegeven dat de visioenen en de gesproken woorden te maken hebben met het Rijk van God, en dat ze daarmee van grote betekenis zijn. Johannes krijgt dan ook opdracht ze op te schrijven zodat ze niet verloren zullen gaan.
De zeven sterren waarvan wordt gesproken, waren in de oudheid bekend uit de astrologie. Het waren de zeven planeten die het wereldgebeuren geacht werden te beïnvloeden. In de bijbelse apocalyptiek krijgen ze een andere betekenis, het zijn de beschermengelen van de zeven gemeenten geworden. Deze zeven sterren worden vastgehouden door de mensenzoon, dat is Christus. Ze staan in Zijn dienst. De sterren geven licht uit zichzelf, de kandelaren, die voor de gemeenten zelf staan, geven alleen licht als zij worden aangestoken. Alleen als zij worden gevoed en zich laten voeden door de Heer.
Alle attributen die hier in apocalyptische taal worden beschreven als eigenschappen van de Mensenzoon duiden op zijn macht en majesteit, op Zijn God gelijk zijn. De beschrijvingen zijn onder andere ontleend aan profetieën uit Daniël (“haren als witte wol“) en Ezechiël (“een stem als van vele wateren“).
Het “vreest niet” vinden we in de Schrift vaak, als reactie van God, van Jezus en van engelen op mensen die in ontzag op de grond, op hun aangezicht, als dood, vallen. “Vreest niet, sta op!” is de reactie van een liefdevolle God. Een op het eerste gezicht tegennatuurlijke reactie van een oneindig Opperwezen tegenover een nietig mens die Zijn aanblik niet kan verdragen. Hij misbruikt nooit het machtsoverwicht dat hier speelt, maar laat de mens – ook in Zijn tegenwoordigheid – de volle vrijheid.
En Hij gaat nog verder, “Hij legde zijn rechterhand op mij“. De rechterzijde is in het Bijbels spraakgebruik de gunstige zijde, waar geluk en heil mee verbonden zijn. Jezus drukt hiermee Zijn verbonden-zijn met ons uit.
In het gedeelte “Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf” laat de Here Jezus ons weten dat de dood en het dodenrijk geen macht meer over ons hebben. Hij geeft ons vertrouwen in het feit dat als wij Hem volgen, we voor eeuwig zullen leven! Ik lees hier ook een echo van Mattheüs 28:18, “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde“.
Jezus zegt hier als het ware: Ik heb het allemaal meegemaakt, Ik was niet onsterfelijk toen Ik bij jullie was, maar Ik heb de dood overwonnen, voor jullie! En jullie zullen dit ook eens meemaken. Naar die werkelijkheid wil Ik jullie ook leiden. Heb vertrouwen.
Vreest niet!
Application – Wat een prachtige God hebben wij toch, wat een geweldige beloften staan er in Zijn Boek! Ervaren wij ook die vertrouwdheid met Jezus, die wordt uitgedrukt in Zijn rechterhand die op ons is? De rechterhand van een almachtig God is op ons! Wij hoeven niet te vrezen voor onze liefdevolle God!
Prayer – Vader dank U wel voor Uw Woord waaruit wij mogen putten voor onze hoop, ons geloof, ons vertrouwen op U en in de toekomst. Dank U voor Uw Geest die ons leidt in de Waarheid en die ons doorzicht geeft naar de hoopvolle toekomst die voor ons ligt! Dank U wel dat U ons oproept met Uw woorden: “vreest niet”!