Efeze: terug naar de eerste liefde!

Inleiding

Zoals gezegd wordt het boek Openbaring geschreven aan “de zeven gemeenten”. De gemeenten worden met name genoemd in hoofdstuk 1:11 “Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea“.

Deze gemeenten worden genoemd in de volgorde waarin men ze via de meest logische route zou kunnen bezoeken. Ze liggen als het ware in een cirkel en het zijn districtssteden, vertegenwoordigers van delen van Klein-Asia. Vanuit deze steden kunnen brieven snel over het gehele achterliggende gebied worden verspreid. Het is treffend dat de Here wandelt “tussen de kandelaren“. Hij is niet verbonden aan één gemeente, maar is voor hen allen even beschikbaar. Dat zou ons soms wel eens wat nederiger mogen maken…
Door deze zeven gemeenten heen, wordt geschreven aan de gehele gemeente van Jezus Christus. Dus ook aan ons. Door goed te kijken naar deze gemeenten en naar wat er aan hen wordt geschreven kunnen we dus waarheden opdiepen die de Heer aan Zijn gemeente schrijft!
De brieven worden alle geschreven “aan de engel van de gemeente te …“. Met het woord voor engel, “aggeloi” wordt in het boek Openbaring op alle plaatsen gedoeld op hemelwezens, en niet over “gezanten” of “vertegenwoordigers“, zodat we tekstuitleggingen alsof de brieven zouden worden geschreven aan de vertegenwoordigers van de gemeente – oudsten, bisschoppen of voorgangers – terzijde kunnen leggen. Deze engelen zijn “tegenovers” in de hemelse gewesten van die gemeenten. Een begrip dat we ook al in het boek Daniël tegenkomen. Engelen als beschermers van volken, groepen, mensen, en zelfs zaken. Via die engel spreekt de Here de gemeenten aan.
De brieven hebben allemaal een vergelijkbare structuur, die ik bij de bespreking van elke brief zal laten terugkomen. We behandelen eerst de brief aan de Efeziërs. Efeze was ten tijde van het schrijven van deze brief een zeer belangrijke havenplaats, en tevens was het – na de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 – het centrum van de kerk in het Oosten.
Schrijf aan …
… de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die te midden van de zeven gouden kandelaren wandelt:
In elk “Schrijf aan” vinden we een echo van de beschrijving uit hoofdstuk 1. In dit geval wordt benadrukt dat het de Here is die de gemeenten in Zijn rechterhand houdt, en niet Efeze, als centrum van de toenmalige kerk. Hij geeft hen allen evenveel aandacht, de een is niet meer dan de ander.
Ik ken uw werken …
…, uw inspanning en uw volharding, en weet dat u slechte mensen niet kunt verdragen, en dat u hen op de proef hebt gesteld die van zichzelf zeggen dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat u hebt ontdekt dat zij leugenaars zijn. En u hebt moeilijkheden verdragen, en volharding getoond. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden.
De gemeente wordt uitbundig geprezen om haar werken, haar aan de kaak stellen van dwaalleraren (waarschijnlijk Gnostici), haar verdragen van moeilijkheden en haar volharding in het geloof.
Maar Ik heb tegen u …
… dat u uw eerste liefde hebt verlaten.
Maar de gemeente was vervallen in eigen kracht. Het enthousiasme (letterlijk: het “in de Heer zijn“) was verdwenen. Hierdoor was men nog wel ijverig in de juiste leer, maar het “hart” was er uit verdwenen en vervangen door “hard” en harteloos. In Handelingen 20:29-30 kunnen we lezen dat Paulus de oudsten hier al tegen had gewaarschuwd (waarschijnlijk zo rond het jaar 57).
Raadgevingen
Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.
De gemeente moet zich herstellen. Dit herstel kent drie fasen: 
  • bedenk dan, 
  • bekeer u,
  • doe weer de eerste werken.
Het alternatief zal zijn dat de kandelaar (het licht) wordt weggenomen!
Bemoediging
Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat.
De Nikolaïeten waren een groep (waarschijnlijk ook Gnostici) die stelden dat zij handelden onder directe inspiratie van de Heilige Geest en derhalve de (apostolische) leer niet nodig hadden. Zij waren met “het geestelijke” bezig en vonden derhalve “het materiële” van generlei waarde. Vanuit dit standpunt hoereerden zij en aten zij afgodenoffers.
Het mag duidelijk zijn dat de Here deze praktijken haatte en hij prijst de gemeente die dat ook doet.
Wie oren heeft … 
…, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Wie overwint … 
…, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.
Dit is prachtig, wat een beloning! 
Het eten van de boom der kennis van goed en kwaad was de mens verboden in het paradijs. Over de boom des levens wordt geen verbod gegeven. Daar mocht de mens dus van eten in Gods oorspronkelijke plan. Na de zondeval werd de mens het paradijs uitgezet, en er werd een engel voor de ingang geplaatst die de hof moest bewaken, lees maar even mee: “Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. Hij verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken.” (Genesis 3:22-24)
Deze daad van genade hield de eerste stap in van Gods reddingsplan, want het alternatief was dat de mens voor eeuwig in zijn zondige staat zou blijven leven. God had dit ook aangekondigd: “Ten dage dat gij van de boom van kennis van goed en kwaad eet, zult gij voorzeker sterven“. En wat God belooft, gebeurt. Altijd. Daarom moest de weg tot de boom des levens worden afgesloten.
Maar nu, na het verzoenend sterven van de Here Jezus aan het kruis, heeft de gemeente, heeft de christen, weer toegang tot het verkrijgen van eeuwig leven!
In deze eerste brief wordt direct al de grote finale van Gods reddingsplan onthuld: Gods bedoeling, herstel van zijn oorspronkelijke plan, komt tot volheid in eeuwig leven!
Prayer – Vader, wat is Uw Woord toch prachtig! Van begin tot eind consequent. Dat moet ook wel, want U BENT de Eerste en de Laatste, de Alfa en de Omega! U omspant de geschiedenis, U bent onze almachtige God, onze Sterke Koning! 
AMEN: God onze Koning is betrouwbaar!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.