Lof en aanbidding voor de Almachtige

Scripture – Openbaring 4 – “En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand. En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruit zag als een smaragd. En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd.


En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en van binnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt! En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid, wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen” (:2-4, 8-11 – HSV)

Observation – Na de omschrijving van wat er op de aarde plaatsvindt, volgt nu een beschrijving van de hemel. Deze beschrijvingen vormen de inleiding op de toekomstvisioenen in hoofdstukken 6-22. Johannes wordt, door een geopende deur, meegenomen omhoog, de hemel in. Deze geopende deur duidt op toestemming voor Johannes om “in de geest” de hemel binnen te gaan.
Hij raakt in geestvervoering en ontvangt een blik (visioen) van wat er in de hemel is. Het eerste wat hij ziet is een troon, en op die troon zit Iemand. Hij vermijdt, vanuit zijn Joodse terughoudendheid met betrekking tot de Godsnaam om die Naam hier te gebruiken, vandaar dat hij over Iemand spreekt. De troon is in Openbaring het symbool van Gods soevereiniteit. Alle nadruk in dit hoofdstuk is op de Here God. De Here Jezus wordt straks in hoofdstuk 5 geïntroduceerd. De genoemde edelstenen zijn er die de heerlijkheid van God te beschrijven, zoals dat ook in bijvoorbeeld Ezechiël 28 gebeurt. De regenboog die wordt genoemd staat symbool voor Gods trouw aan zijn schepping.
De vierentwintig oudsten staan vertegenwoordigend namens de gelovigen voor Gods troon. Zij zijn geen engelen, wat wel wordt gedacht, want ze worden naast de engelen genoemd. De term “oudste” wordt gebruikt voor mensen in leidinggevende posities. Er wordt ook wel gedacht aan engelen als vertegenwoordigers van de vierentwintig priesterklassen (2Kronieken 24:1-19) of van de vierentwintig groepen Levieten die God loven in de tempel (1 Kronieken 25). Elders in de bijbel wordt het woord “oudste” wel voor mensen, maar slechts zelden voor engelen gebruikt (mogelijk in Jesaja 24:23). Een andere opvatting is dat het gaat om verheerlijkte gelovigen, de oudsten van de hemelse gemeente. Ook wordt wel gedacht aan de oudsten namens de twaalf stammen en de twaalf apostelen, zodat de OT volksvergadering en de NT gemeente vertegenwoordigd zijn. Wat er precies is bedoeld is niet helemaal met zekerheid vast te stellen. Zelf neig ik naar de laatste uitleg, waarin het oude en het nieuwe verbond samenkomen.
De beschrijving van de beelden en geluiden rondom de troon herinneren aan de machtige verschijning van de Here God op de berg Sinaï. Donder en bliksem als aanduidingen voor beeld en geluid van onweer. Ook staan er zeven vurige fakkels voor Gods troon. Deze herinneren aan de kandelaren die representatief waren voor de gemeenten. Het licht van deze kandelaren komt van de Geest van God, die hier door zeven vurige fakkels wordt voorgesteld. Zeven is het getal van de volheid, hier: de volheid van de Geest van God.
De vier wezens – gelijkend op een leeuw, een rund, een mens en een vliegende adelaar – representeren de gehele bezielde schepping, roofdieren, tamme dieren, de mens en de vogels. Dat zij vol met ogen zijn staat voor het feit dat niets in de gehele schepping in de hemel onopgemerkt blijft. Er is een overeenkomst met de cherubs uit Jesaja 6, de wezens hebben zes vleugels en zingen heilig, heilig, heilig. Deze lofzang is voortdurend. Dat er wordt gesproken van dag en nacht wil niet zeggen dat er nacht en dag zou zijn in de hemel, maar wel dat de lofzang een voortdurend gebeuren is:
Hij is heilig, heilig, heilig! Hij is de Here God de Almachtige. Hij is, Hij was, Hij komt.
In vers negen schakelt de tekst over in de toekomende tijd. De lofzang zal doorgaan, en telkens wanneer dat gebeurt, zullen de vierentwintig oudsten in aanbidding neervallen voor Gods troon en namens de gelovigen deelnemen in de aanbidding. Ze geven Hem alle eer, werpen ook hun kransen voor Hem neer. Hun lofzang vinden we aan het einde:
U bent het waard, Heere onze God, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen“.
Application – Wat een mooi beeld hè? De lofprijs voor Gods troon. Een veel heiliger plek kun je nergens vinden. En wij zijn daar vertegenwoordigd door de vierentwintig oudsten!
Deze beelden worden ons aan het begin van de Openbaring als troostrijk aangeboden om hierop te kunnen blijven zien wanneer de rest van de toekomstbeelden, visioenen zullen worden ontvouwd. In de hemel is de lofprijs van de Heer en die houdt nooit op! Ook niet tijdens de komende aanzeggingen van wat er allemaal over de aarde zal komen. Hou je daaraan vast, zo lijkt God tegen ons te willen zeggen! Of, om het met een oud gezegde te zeggen:
’t Hoofd omhoog en ’t hart naar boven, hier beneden is het niet…

Prayer – Vader dank U wel voor deze blik in de hemel, waaruit wij troost mogen putten. Dank U voor het besef dat er niets, maar dan ook niets, in de schepping gebeurt dat aan Uw aandacht ontsnapt. Dank U Vader voor Uw almacht, Uw genade, Uw liefde voor ons. Wil ons helpen en leiden Here onze Machtige God, om de woorden die wij lezen te begrijpen en toe te passen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.