Scripture – Psalm 100
Juich voor de HEERE, heel de aarde;
dien de HEERE met blijdschap,
kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang.
Weet dat de HEERE God is;
Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –
Zijn volk en de schapen van Zijn weide.
Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer,
Zijn voorhoven met een lofzang;
loof Hem, prijs Zijn Naam.
Want de HEERE is goed,
Zijn goedertierenheid is voor eeuwig,
Zijn trouw van generatie op generatie.
Observation – Juich voor de HEERE! Iedereen! Met blijdschap! Kom al zingend voor Zijn aangezicht! God verlangt naar onze aanwezigheid. Hij geeft ons hier een opdracht, namelijk de opdracht om feest te vieren en blij te zijn.
Waarom? Omdat we weten dat Hij God is, onze Schepper. Niet wij hebben Hem, maar Hij heeft ons gemaakt. Wij zijn de schapen die Hij weidt, Zijn volk. Daarom mogen we in Zijn huis binnenkomen, zijn ‘klompenhok’ met een lofgezang, en mogen we hem loven en prijzen!
De reden is dat onze HEERE goed is (Hebreeuws: ’tov’), en dat Zijn vriendschap (goedertierenheid) nooit meer ophoudt en dat Hij eeuwig trouw is, aan ons, aan onze kinderen, aan onze kleinkinderen en aan hun kinderen en zo gaat Hij door. Totdat Jezus terugkomt en dan nog gaat Hij door!
Application – Er zijn plaatsen in de Bijbel waar we de opdracht krijgen om ‘vreugde te bedrijven’. Niet om vreugde te voelen, maar om het te bedrijven, zeg maar om feest te vieren. God, Die weet wat het beste voor ons is, geeft ons de opdracht om (ook af en toe eens) feest te vieren.
En in deze Psalm is de opdracht zelfs nog sterker: “dien de HEERE met blijdschap“. We worden nu opgedragen om de HEERE met gevoelde blijdschap te dienen! Geeft God ons nou een onmogelijke opdracht? Want laten we wel zijn, we ervaren, voelen, die blijdschap zelf niet altijd. Maar nu is er onze God die ons opdraagt om blij te zijn!
De reden dat dit geen onmogelijke opdracht is zit volgens mij verscholen in de tweede en derde alinea. Hij heeft ons gemaakt en is blij met ons, houdt van ons, we zijn Zijn volk, dat is op zich al een reden om blij van te worden. En waarom mogen we Zijn huis, Zijn voorhoven, binnen gaan? Juist, door het offer van Jezus waardoor het voorhangsel voor het Heilige der Heiligen is gescheurd en wij “weer vrijmoedigheid hebben verkregen om toe te gaan tot de troon der genade, om barmhartigheid te verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op de juiste tijd“! (Hebreeën 4:16)
Door het offer van Jezus mogen wij weer zelf naar God toegaan, in Zijn nabijheid komen. Zoals eerst de Hogepriester alleen maar op de grote verzoendag mocht, mogen wij nu op elk moment van de dag bij God op schoot kruipen en onze blijdschap en zorgen en verdriet en wat ons ook maar bezighoudt met Hem delen.
Prayer – Vader dank U wel dat we blij mogen zijn met en om U. We loven en prijzen Uw Naam! U bent de Almachtige God, onze Schepper, onze Koning, onze Redder, Alom Aanwezige en toch op ons kleine mensen betrokken. Wij zijn Uw oogappels, Uw kinderen, U hebt ons lief, U weet wat ons bezighoudt al lang voordat wij in Uw klompenhok staan!