Wat gelooft de evangelische beweging?
Omdat er veel verschillende richtingen zijn binnen de evangelische beweging is het lastig om een gemeenschappelijke “leer” te benoemen. De overeenkomsten zijn vaak meer te vinden in overeenkomsten van beleving en muziekcultuur. Toch zijn er wel pogingen ondernomen om de impliciete geloofsveronderstellingen onder woorden te brengen, bijvoorbeeld door Alister McGrath.
Hieronder een opsomming.
Het soevereine gezag van de Schrift
‘Een Evangelische omgang met de Bijbel houdt in dat zij wordt genomen zoals ze van zichzelf getuigt in , “Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig om…”. Strikt genomen alleen van toepassing op het Oude Testament, werd toch al snel duidelijk dat ook aan het Nieuwe Testament vergelijkbaar gezag moest worden toegekend. De Schrift is van God ingegeven, geïnspireerd door de Heilige Geest. Daardoor heeft de Schrift goddelijk gezag als Woord van God en als norm voor verleden, heden en toekomst. Met deze schriftvisie neemt de Evangelische Beweging duidelijk afstand van allerlei alternatieve visies volgens welke de Schrift een feilbaar menselijk religieus document zou zijn, of slechts gedeeltelijk van God ingegeven.’
De majesteit van Jezus Christus
‘Jezus Christus is de eeuwige Zoon van God die mens werd (en God bleef) om een ieder die op Hem zijn geloof bouwt te verlossen van de zonde en te belonen met een eeuwig leven bij God. In Jezus Christus hebben we dus met God zelf te maken, Hij is Heer (Hem komt dezelfde eer en hetzelfde gezag toe als aan God de Vader) en Heiland (Hij heeft aan het kruis onze zonden gedragen en zodoende de weg naar God vrijgemaakt). Erkenning van dit verlossingswerk betekent dat de mens in zijn natuurlijke staat zondig is en schuldig staat tegenover God.’
De macht van de Heilige Geest
‘In de Evangelische Beweging wordt naast de autoriteit van de Schrift en de majesteit van Christus ook de werking van de Heilige Geest onderstreept, zowel in het persoonlijk leven als in de gemeente. De Geest is actief betrokken bij de wedergeboorte en de heiliging van de mens, de Geest schenkt aan een ieder verschillende gaven om de gemeente van Christus te dienen.’
De noodzaak van de persoonlijke bekering
‘De Evangelische Beweging onderstreept het belang van een levend en persoonlijk geloof. God vraagt van ons een persoonlijke bekering: dat we ons leven aan Hem toevertrouwen en dat we met Hem een levende relatie aangaan. Het geloof is meer dan het principieel aannemen van bepaalde waarheden. Het levend geloof treft de mens in het diepst van zijn hart en heeft van daaruit een onstuitbare invloed op de rest van zijn leven. Deze nieuwe levenswandel wordt gekenmerkt door de vrucht van de Geest als het gaat om karakter () en een ‘honger naar gerechtigheid’ in al het doen en laten. Jakobus schreef hierover dat alleen dit de reine zuivere godsdienst is: 1) het zich in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven, en 2) het bijstaan van weduwen en wezen in hun nood: “wel in de wereld maar niet van de wereld”.’
De prioriteit van evangelisatie
‘Het christelijk geloof is, in tegenstelling tot de toenemende individualisering in de samenleving, geen individueel gebeuren. De gemeenschap met andere christenen is van levensbelang. Alleen al vanuit sociologisch oogpunt is het van belang omdat mensen met een overeenkomstige levensstijl elkaar hierin kunnen helpen en stimuleren vol te houden. Natuurlijk is er meer. De gemeenschap van de gelovigen is niet zomaar een club of vereniging, ze vormt het lichaam van Christus in deze wereld. Ten behoeve van dit lichaam zijn de verschillende leden door de Heilige Geest toegerust met genadegaven zodat ieder een eigen taak kan vervullen in de gemeente.’