Scripture – Psalm 72:1, 12-13, 18-19 “O God, verleen de koning uw recht, en uw gerechtigheid de zoon des konings – Voorwaar, hij zal de arme redden, die om hulp roept, de ellendige, en wie geen helper heeft; hij zal zich ontfermen over de geringe en de arme, hij zal de zielen der armen verlossen – Geloofd zij de HERE God, de God van Israël, die alleen wonderen doet. En geloofd zij zijn heerlijke naam voor eeuwig, en zijn heerlijkheid vervulle de ganse aarde. Amen, ja, amen“
Observation – Een gebed van Salomo om recht en gerechtigheid voor de koning en zijn zoon. De eerste 11 verzen zijn een bede voor ondersteuning van de HERE voor de koning. Dat de HERE hem wil helpen het goede te doen.
Dan in vers 12 wordt ons een beeld geschetst van de koning als voorafschaduwing van de Here Jezus; hij zal de arme en de ellendige redden, zich ontfermen over hen die volgens de mensen niet erg belangrijk zijn en over de arme, ja hij zal hun zielen verlossen! Hij zal hen van druk en geweld bevrijden en hun bloed (hun leven) zal kostbaar zijn in zijn ogen.
En aan het einde van het gebed gaat de eer naar de HERE. Amen, ja, amen!
In deze Psalm lezen we over hoe goede autoriteit werkt, gezag dat door de HERE is verleend. Alle autoriteit komt van God. En wanneer die autoriteit goed wordt gebruikt zal het volk, zal het land welvarend zijn.
Application – Hoe zit dat bij ons, bij mij? Aanvaarden wij het gezag dat boven ons is gesteld? In de wereld? In de gemeente? Aanvaarden wij het gezag van de oudsten?
“Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld” (Romeinen 13:1).
En, als we zelf in een positie van gezag zijn geplaatst, zijn we dat gezag waardig? Hebben we oog voor de arme en de geringe die aan ons zijn toevertrouwd? Is “hun bloed” belangrijk voor ons?
“De oudsten onder u vermaan ik dan …: hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde. En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven” (1 Peturs 5:1-4).
Prayer – Vader dank U wel voor Uw gezag. Dank U voor autoriteit die allemaal van U afkomstig is. Wil ons helpen HERE om op een goede en liefdevolle manier van autoriteit gebruik te maken als we in die positie geplaatst zijn en om ons er liefdevol aan te onderwerpen als dat nodig is. Dank U dat U dat zult doen.
