Wat moeten dit verschrikkelijke dagen zijn voor de ouders van de in Newton, Connecticut vermoorde kinderen. ’s Morgens breng je je kind naar school en in de loop van de dag krijg je de mededeling dat je kind is doodgeschoten. Gruwelijk. Een van de ergste dingen op deze wereld is om mee te moeten maken dat je kind eerder sterft dan jij. En dan op zo’n gewelddadige wijze…
Nadat ik dit op me had laten inwerken moest ik ook aan de dader denken. Wat moet er in een leven gebeuren om tot zo een verschrikkelijke daad te kunnen komen? Wat een frustratie en uitzichtloosheid moet zich in iemand opbouwen voordat je er aan denkt dat dit de enige uitweg nog is? En wat houd je bezig als je denkt dat het vermoorden van zoveel onschuldige kinderen een oplossing is?
De gebrokenheid van de wereld komt in dit soort gebeurtenissen het meest schrijnend naar voren. Wat een leed, wat een pijn, zowel bij de slachtoffers, als bij de dader.
Dit heeft ook vast in Jezus’ hoofd gespeeld “toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben” (Mattheüs 9:36). Schapen zonder herder… Ze hebben geen leiding en weten niet wat ze doen.
Schapen met een Herder weten dat wel. Zij weten: “U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding“(Psalm 32:7). En God antwoord hen dan in vers 8: “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u“.
Ook weten zij dat wat er ook gebeurt, dat de vergelding niet aan henzelf is, maar aan de Here, Hij zal het vergelden! “Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere” (Romeinen 12:19).
Dat waren zo mijn eerste gedachten bij dit afschuwelijke nieuws…