Een vriend mocht spreken in een gemeente en belde me om te vragen of ik wist wie precies Psalm 42 had geschreven. Er boven staat: “Een leerdicht van de Korachieten“, het is dus een Psalm die is geschreven door de nakomelingen van Korach. Een meer precieze aanduiding konden we niet vinden.
Toen herinnerde ik me de opstand van Korach en ben uit nieuwsgierigheid even in de geschiedenis van hem en zijn nageslacht gedoken. Heel bijzonder hoe de Here ondanks vroeger falen door de geslachten heen kan werken!
Lees maar mee…
Opstand
In Numeri 16 lezen we dat Korach voorgaat en een aantal mensen meeneemt in een opstand tegen het leiderschap van Mozes en Aäron. Zijn verwijt: “U trekt te veel naar u toe, want heel de gemeenschap, allen zijn zij heilig, en de HEERE is in hun midden. Waarom verheft u zich dan boven de gemeente van de HEERE?” (Num.16:3, HSV).
Mozes vertoont een wijze reactie. Hij verdedigt niet zichzelf, maar laat het aan de Here over om aan te wijzen wie de leider(s) is/zijn (:4-7). Het enige dat hij verder nog doet is hen te proberen over te halen hun standpunt te verlaten en genoegen te nemen met wat de Here hen had gegeven, namelijk “om u tot Hem te laten naderen, om de dienst van de tabernakel van de HEERE te verrichten en voor de gemeenschap te staan om hen te dienen?” (:9). De volgende dag moeten alle opstandelingen aantreden met hun vuurschalen en hun reukwerk, Aäron ook. En de Here verschijnt. Hij kondigt aan het volk te willen vernietigen, maar op voorspraak van Mozes en Aäron wordt het volk gespaard en worden alleen Korach, zijn medestanders en hun families verzwolgen als straf voor hun afval.
Hoe verder?
Wanneer we nu verder zoeken in de Bijbel naar Korach en de Korachieten, komen we hen in Numeri 26 tegen. De zonen van Korach zijn er blijkbaar nog, ze zijn niet weggevaagd of verzwolgen. Blijkbaar ging het echt alleen om Korach en zijn gezin. We lezen dat ook: “de aarde opende haar mond en verzwolg hen met hun huisgezinnen en met alle mensen die bij Korach behoorden en met alle have” (Num.16:32, NBG51).
Maar wat hebben zijn zonen meegemaakt, denk je eens in! Je vader en je moeder, al zijn knechts, de hele huishouding verzwolgen doordat de aarde onder hen opende! Ik denk (en dan vul ik een beetje in) dat ze hieruit zeer veel ontzag hebben overgehouden. Ze hadden waarschijnlijk hun vader’s denkbeelden wel zien groeien, maar blijkbaar hebben zij zich er zelf verre van gehouden.
In de tijd van de koningen, dat de kronieken werden geschreven, komen we hen ook nog weer even tegen:
“Sallum, de zoon van Kore, de zoon van Ebjasaf, de zoon van Korach, en zijn broeders uit zijn familie, de Korachieten, gingen over het dienstwerk als deurwachters bij de tabernakel, zoals hun vaderen in het kamp van de HEERE wachters bij de ingang geweest waren” (1Kron.9:19). Ze waren nog steeds Levieten en aangesteld als deurwachters.
“En de Levieten van de nakomelingen van de Kahathieten, en van de nakomelingen van de Korachieten, stonden op om de HEERE, de God van Israël, met luide stem ten hoogste te prijzen” (2Kron.20:19). Klaarblijkelijk waren ze ook zangers in de tempel.
Zegen!
En als we dan in het boek Psalmen kijken, dan vinden we dat ze deze Psalmen hebben geschreven: Psalm 42, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 84, 85, 87, 88.
Laat me er één regel uit lichten, “Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders); ik wil liever staan aan de drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid.” (Psalm 84:11).
Wat een overgave!
Zij hadden de les van de geschiedenis geleerd!
Mooie blog! Dank je wel. Volgens mij worden ze in Nehemia 12 ook nog een keer naar voren gehaald.
Prachtige overgave. En een les voor mij.