Scripture – 1 Timotheüs 5:3, 5, 9-11 “Houd weduwen die werkelijk weduwen zijn, in ere. – Zij nu die werkelijk weduwe is, en alleen is overgebleven, hoopt op God, en volhardt in smekingen en gebeden, nacht en dag. – Een weduwe mag gekozen worden als zij niet jonger is dan zestig jaar en de vrouw van één man is geweest, een goed getuigenis heeft wat betreft goede werken … of zij zich toegelegd heeft op elk goed werk. Maar neem jonge weduwen niet aan. Want als zij door het volgen van hun lusten zich afkeren van de dienst van Christus, willen zij trouwen.” (HSV)
Observation – Timotheüs krijgt van Paulus richtlijnen voor wie als weduwen mogen worden beschouwd. Nu is natuurlijk iedere vrouw die haar man heeft verloren een weduwe, de reden voor deze richtlijnen is dat de gemeente van toen de opdracht had om weduwen te ondersteunen.
De ‘echte’ weduwen, zij die alleen waren overgebleven en geen enkel familielid meer hadden die voor hen kon zorgen, werden door de gemeente onderhouden. Let wel, er waren toen nog geen andere sociale voorzieningen! Het gebod voor familieleden om voor weduwen te zorgen gaat onder andere terug op het vijfde gebod (Exodus 20:12, “
Eer uw vader en uw moeder …“).
In vers 9 wordt de bediening van weduwen ook beschreven, zij “hoopt op Gods, en volhardt in smekingen en gebeden, nacht en dag“.
Voor die ‘dienst’, voor dat ‘diaconale werk’ mag een weduwe worden gekozen van “niet jonger dan zestig jaar” als zij tenminste “de vrouw van één man is geweest, een goed getuigenis heeft wat betreft goede werken“. Jonge weduwen mogen hiervoor niet worden aangesteld, omdat zij nog kunnen trouwen (:11-15).
Application – Prachtig om te zien dat er zorg was voor kwetsbare groepen. En daar vielen de ‘echte’ weduwen zeker onder. Zij hadden immers in die tijd geen mensen meer over die voor hen konden zorgen.
Mooi om te zien ook dat Gods woord zo praktisch is en rekening houdt met hoe mensen in elkaar zitten. Vrouwen die boven de zestig zijn, zijn gemiddeld veel evenwichtiger en van hen mag worden verwacht dat zij de ‘bediening van weduwe’ – volhardend gebed en smeking en het zich toeleggen op goede werken (diaconaat) – volhouden.
Ik zie hierin een aanvulling op de teksten uit
1 Timotheüs 3. Als diaconessen mogen, in de hiervoor beschreven bediening, weduwen van boven de zestig jaar worden ingezegend. Maar voor weduwen van onder de zestig is dat niet weggelegd.
Prayer – Vader dank U voor Uw wijsheid. Dank U Heer voor de zorg die U hebt voor de zwakken in onze omgeving, en dank U dat U zo duidelijk maakt dat wij juist naar hen moeten omzien. Dank U voor Uw oneindige Liefde en Wijsheid, waarin U ook aan deze groep een vervuld en betekenisvol leven gunt door hen in te schakelen in de dienst van goede werken en volhardend gebed.
